Vraag 2: Joris wil de T-shirts ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?
Vraag 1: Sophie wil de appels ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?
Vraag 2: Joris wil de T-shirts ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?
Vraag 3: Emma wil de shampoo en conditioner ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?
Vraag 4: Lars wil de boeken ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?
Vraag 5: Lena wil de pop ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?
Vraag 6: Tom wil de koptelefoon ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?
Vraag 7: Sara wil de bloemen ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?
Vraag 8: Max wil de stoel ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?
Vraag 9: Eva wil de schoenen ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?
Vraag 10: Hugo wil de tas ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?