Leesvaardigheid Interactieve Quiz 17

leesvaardigheid Interactieve Quiz 8

Vraag 1: Sophie wil de appels ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?

A) 5 dagen
B) 7 dagen
C) 10 dagen

Vraag 2: Joris wil de T-shirts ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?

A) 5 dagen
B) 7 dagen
C) 14 dagen

Vraag 3: Emma wil de shampoo en conditioner ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?

A) 30 dagen
B) 14 dagen
C) 10 dagen

Vraag 4: Lars wil de boeken ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?

A) 10 dagen
B) 14 dagen
C) 7 dagen

Vraag 5: Lena wil de pop ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?

A) 14 dagen
B) 30 dagen
C) 5 dagen

Vraag 6: Tom wil de koptelefoon ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?

A) 30 dagen
B) 10 dagen
C) 14 dagen

Vraag 7: Sara wil de bloemen ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?

A) 7 dagen
B) 14 dagen
C) 30 dagen

Vraag 8: Max wil de stoel ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?

A) 14 dagen
B) 30 dagen
C) 7 dagen

Vraag 9: Eva wil de schoenen ruilen. Hoeveel dagen heeft ze daarvoor?

A) 10 dagen
B) 14 dagen
C) 30 dagen

Vraag 10: Hugo wil de tas ruilen. Hoeveel dagen heeft hij daarvoor?

A) 14 dagen
B) 30 dagen
C) 7 dagen
Score: 0 van 10