oefening 04

Tekst 1

Dit bord hangt in een hotel.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Hotel Aurora

kelder: zwembad, fitness
begane grond: receptie, restaurant
verdieping 1: kamers 1-50, bar
verdieping 2: kamers 51-100

Vraag 1: Waar is de bar?

A. In de kelder.

B. Op verdieping 1.

C. Op de begane grond.

Vraag 2: Waar is kamer 72?

A. Op verdieping 1.

B. Op verdieping 2.

C. Op de begane grond.

Tekst 2

Yara krijgt een mail van haar vriendin Fatima.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Hoi Yara,
Zullen we volgende week afspreken? Op woensdag moet ik werken, maar op vrijdag ben ik vrij. Kom jij deze keer naar mij? Dan maak ik lekkere thee!
Liefs, Fatima

Vraag 3: Waar wil Fatima afspreken?

A. In een café.

B. Bij Yara thuis.

C. Bij Fatima thuis.

Vraag 4: Wanneer kan Fatima afspreken?

A. Op woensdag.

B. Op vrijdag.

C. In het weekend.

Tekst 3

Dit staat op de website van supermarkt Supersnel.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Openingstijden:
Maandag t/m zaterdag: 08.00 – 20.00 uur
Zondag: 12.00 – 18.00 uur

Let op:
Op feestdagen gesloten!

Vraag 5: Wanneer kun je boodschappen doen op zondag?

A. Van 8.00 tot 20.00 uur.

B. Van 12.00 tot 18.00 uur.

C. De supermarkt is gesloten.

Vraag 6: Hoe laat sluit de winkel op maandag?

A. 18.00 uur.

B. 20.00 uur.

C. 22.00 uur.

Tekst 4

Elif wil zich inschrijven voor een taalcursus Nederlands.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Cursus Nederlands

Basiscursus: maandag en woensdag 19.00 – 20.30 uur
Vervolgcursus: dinsdag en donderdag 19.00 – 20.30 uur

Inschrijven vóór vrijdag via de website.

Vraag 7: Tot wanneer kan Elif zich inschrijven?

A. Tot maandag.

B. Tot donderdag.

C. Tot vrijdag.

Tekst 5

Er hangt een brief op school.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Beste ouders,
Vrijdag is er geen school vanwege een studiedag.
De lessen beginnen weer op maandag om 8.30 uur.

Met vriendelijke groet,
Schooldirectie

Vraag 8: Wanneer beginnen de lessen weer?

A. Op vrijdag om 8.30 uur.

B. Op maandag om 8.30 uur.

C. Op zaterdag om 8.30 uur.

Tekst 6

Abdul leest een bord bij het zwembad.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

ZWEMBAD DE GOLF
Openingstijden:
Maandag – vrijdag: 7.00 – 21.00 uur
Zaterdag – zondag: 9.00 – 17.00 uur

Prijzen:
Volwassenen: €5
Kinderen: €3
Kinderen onder 5 jaar: gratis

Douchen verplicht!

Vraag 9: Hoeveel betaalt een kind van 4 jaar?

A. €3

B. €5

C. Gratis

Tekst 7

Pedro heeft binnen twee dagen een nieuw rijbewijs nodig.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Rijbewijs kwijt? Ga naar de gemeente. Je krijgt binnen vijf dagen een nieuw rijbewijs. Een nieuw rijbewijs kost 70 euro.
Wilt u sneller een nieuw rijbewijs? Dat kan voor 20 euro extra. Je betaalt in totaal 90 euro en krijgt het rijbewijs binnen twee dagen.

Vraag 10: Hoeveel moet Pedro betalen?

A. 70 euro.

B. 90 euro.

C. 20 euro.

Vraag 11: Wat moet je doen als je rijbewijs is gestolen?

A. Naar de winkel gaan.

B. Naar de gemeente gaan.

C. Eerst naar de politie gaan.

Tekst 8

Jasmin leest een bericht van haar buurvrouw.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Hoi Jasmin, ik geef zaterdag een feestje voor mijn verjaardag! Kom je ook? Het is om 19.00 uur bij mij thuis. Tot dan! Groetjes, Sara

Vraag 12: Wanneer is het feestje?

A. Op zaterdag om 17.00 uur.

B. Op zaterdag om 19.00 uur.

C. Op vrijdag om 19.00 uur.

Vraag 13: Waar is het feestje?

A. Bij Jasmin thuis.

B. In een restaurant.

C. Bij Sara thuis.

Tekst 9

Dit is een verhaal over Dewi's verjaardag.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Dewi is jarig. Ze krijgt bezoek van haar familie. Ze trekt haar mooiste jurk aan en zoekt haar ring, maar kan hem niet vinden.
Dan komt haar familie. Dewi vraagt: "Willen jullie een stuk taart? Ik heb de taart zelf gebakken." Iedereen eet de taart. De broer van Dewi zegt: "De taart is hard." Hij voelt iets in zijn mond: "Kijk nou, een ring!" Het is de ring van Dewi. Iedereen lacht.

Vraag 14: Wat heeft Dewi aan?

A. Een bloes.

B. Een trui.

C. Een jurk.

Vraag 15: Wie komen er op bezoek bij Dewi?

A. Familie.

B. Vrienden.

C. Buren.

Vraag 16: Wat zit er in de taart?

A. Oorbel.

B. Ketting.

C. Ring.

Tekst 9 (vervolg)

Verjaardag Dewi, vervolg.

Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst opnieuw.

Vraag 17: Waarom lacht iedereen?

A. Omdat Dewi jarig is.

B. Omdat de broer van Dewi de ring vond.

C. Omdat de taart niet lekker was.

Vraag 18: Wie heeft de ring gevonden?

A. De vader van Dewi.

B. Dewi's broer.

C. Dewi zelf.

Vraag 19: Wat heeft Dewi zelf gebakken?

A. Taart.

B. Brood.

C. Koekjes.

Inburgeringsexamen Buitenland

Oefenquiz - Leesvaardigheid